Een vogel en een boom zijn zeer goede vrienden. De vogel zingt elke dag voor de boom. In de winter vliegt de vogel naar het zuiden en belooft voor de boom te zingen als hij in het voorjaar terugkomt.
Als de lente komt, treft de vogel alleen nog een boomstronk aan. De vogel probeert de boom te vinden, maar ontdekt dat de boom is verzaagd tot luciferstokjes, die zijn gebruikt om een lantaarn aan te steken.
De vogel staart naar de vlam in de lantaarn en zingt, net als vroeger, voor de boom. De vlam begint te dansen in de lantaarn als om te zeggen "dank je wel".
De vogel vliegt weg met de lantaarn en houdt deze brandend. Door de warmte van de vlam, begint de boom terug te groeien vanuit de stronk. Veel jonge boompjes ontspruiten uit de wortels van de boom en vormen langzaam maar zeker een nieuw bos.
Na een paar jaar reiken de boompjes tot aan de vogel en brengen hem met hun bladeren terug naar de boom. De vogel sterft in de armen van de boom met een glimlach op zijn gezicht en mooie herinneringen aan zijn beste vriend en het bos.
Kort verhaal van de Japanse Nankichi Niimi
muskaatsalie absolue, jeneverbes absolue, ceder, pompelmoes, yuzu, elemi, mastiek, guaiac, magnolia, osmanthus, granaatappel, nigella damenscena absolue, ambergris, tabak absolue, zeewier absolue, vetiver, cabreuva hout, patchoeli, spar, ceder, eikenhout, deertongue gras
Euan McCall