Statige bomen fluisteren eeuwenoude verhalen en trotseren zon, wind en regen. Standvastig, ze zijn de stille heersers van het woud en de beschermers van moeder aarde. Soms ruiken ze droog en aards, dan weer zacht en zoet, of rokerig en stoer.
Naast typische houtsoorten zoals ceder, den, berk en sandelhout wordt ook vetiver, patchouli en leder tot de houtfamilie gerekend. Guaiac hout (of Palo Santo) ruikt diep en rokerig met hinten van teer. Oud is dan weer afkomstig van de tropische agarboom en wordt verkregen door de boom te injecteren met een zwam waardoor na jaren een harsachtige substantie ontstaat. Oud ruikt diep, rokerig en dierlijk. Omdat het zo zeldzaam is, wordt in parfum ook vaak een synthetische variant van oud gebruikt. Tabak in parfum ruikt vaak wat zoet en aromatisch, zoals hooi of whiskey.