"Daar zie ik mijn moeder, daar zie ik mijn vader, daar zie ik mijn volk. Daar roepen ze mij. Ze vragen me om mijn plaats onder hen in te nemen, in de gewijde zalen van Walhalla, waar de dapperen voor altijd zullen leven."
De Vikingen waren wrede, over zee trekkende rovers uit Scandinavië die grote delen van Europa veroverden. Tussen 800 en 1000 na Christus maakten hun gewelddadige invallen in Engeland de Angelsaksische bewoners zo bang dat ze hen beschreven als heidenen, barbaren en 'een zeer verachtelijk volk'.
Toch hadden de Noorse rovers een cultuur die net zo rijk en complex was als die van hun christelijke slachtoffers. Ze geloofden in een universum dat bestond uit negen werelden, bewoond door goden en godinnen, reuzen en reuzinnen, mannen, dwergen en elfen. Ze gaven deze overtuigingen door via uitgebreide gedichten en sagen.
Vikingen kregen moed in de strijd door hun geloof in een glorieus hiernamaals. Ze geloofden dat dappere krijgers een goede kans hadden om het Walhalla te bereiken, een grote hal die werd voorgezeten door de god Odin, de verraderlijke god van de strijd en de poëzie. Hier zouden ze genieten van een lang tijdperk van vechten en feesten. Dit geloof bepaalde de manier waarop de Vikingen hun leven leidden, hun dood tegemoet gingen en hun gevallenen eerden.
wierook, absint, limoen, patchoeli, roos, saffraan, tolu balsem, Zweedse es, labdanum, vanille
Alexander Olsson